Door Ruby AE
‘Typ hier het nieuwe wachtwoord,’ verschijnt er op mijn computerscherm. Het is druk bij de GGZ en door de lange wachtlijsten biedt een online-omgeving met informatiefilmpjes en een app op mijn telefoon een tijdelijke tussenoplossing. Geïrriteerd door het zoveelste account dat ik ergens moet aanmaken, kies ik ‘Deze bullshit weer’ als wachtwoord. Ook omdat het niet de eerste keer is dat mijn mentale gezondheid zijn dieptepunt heeft bereikt. Het is een cocktail van depressie, anxiety en een burn-out die om de zoveel tijd terugkomt als een toxic ex waar je dacht afscheid van te hebben genomen. En zoals een kater na te veel cocktails, sloeg het in als een bom. Eigenlijk was er niets echt mis maar ineens ging het licht uit en was het donker. Het is alsof ik kortsluiting kreeg in mijn hersenen en zelfs simpele taken niet meer gingen. Ik wilde vooral door, gewoon werken, me blijven ontwikkelen en mijn doelen nastreven. En ook al bleef ik me verzetten, breakdowns volgden elkaar in hoog tempo op. Ik wilde er niet aan toegeven want ik wilde niet opnieuw stilstaan. Ik werd fysiek ziek en hing dagelijks kokhalzend boven de wc.
Mijn lichaam trok opnieuw hard aan de rem en op een gegeven moment kon ik niet anders dan even stoppen met alles. Alle projecten waar ik mee bezig was met werk moest ik laten vallen. En ondanks dat mijn naasten duidelijk konden zien dat deze pauze hard nodig was, voelde het voor mij alsof ik faalde. Met veel pijn en moeite maakte ik de laatste werk dingen af want ik wilde niets onaf achterlaten. Het voelde voor mij alsof ik mensen teleurstelde en eerlijk gezegd als een bevestiging van mijn overtuiging dat ik niks goed kon.
Ook zag ik ertegenop om opnieuw in therapie te gaan omdat mijn eerdere ervaringen met GGZ ver van positief waren. Ik had al zoveel soorten therapie gehad van het uitdagen van mijn negatieve gedachten tot EMDR en zelfs in een algemene dagopvang traject gezeten. Zoveel testen en vragenlijsten waren er al ingevuld. Zelfs IQ-testen, testen voor persoonlijkheidsstoornissen en autisme ben ik ondergaan. Het bouwde me niet op maar brak me juist verder af. Wilde ik wel terug naar iets dat me op veel momenten eigenlijk zieker deed voelen? Toen ik tijdens een van mijn therapiesessie klei tegen een muur moest smijten, wat blijkbaar kleidarten wordt genoemd, dacht ik: ben ik dan zo ver afgezakt? Ik moest al een keer helemaal terug naar de basis, slechts op een normale tijd opstaan en ontbijt maken werd door therapeuten gevierd alsof ik het geneesmiddel tegen elke bedreigende ziekte had uitgevonden.
Op een gegeven moment wilde ik gewoon dood. Ik was boos op de wereld om mij heen maar vooral boos op en teleurgesteld in mijzelf. Het hoefde allemaal niet meer. De toekomst was donker, de suïcidale gedachten werden luider en begonnen op een gegeven moment te schreeuwen. Ik bedacht manieren om uit het leven te stappen. Daarom gingen bij mijn ouders en bij hulpverleners de alarmbellen af. Ik kwam terecht bij de crisisdienst van de geestelijke gezondheidszorg en kwam daarna, toen de suïcidaliteit onder controle was, in behandeling terecht. Het was een andere organisatie dan waar ik eerder in therapie ben geweest en het was een verademing. Voor de eerste keer zochten ze niet slechts naar mijn probleem maar keken ze naar mij als volledig persoon. Naar wie ik was buiten de behandelkamer. Ik voelde me meer een mens in plaats van een patiënt. Ook mijn Indische achtergrond werd meer meegenomen. Naar mijn culturele achtergrond was bij de andere organisatie eigenlijk nooit gevraagd.
Langzaam kwamen dingen weer op de rit. Ik kon mijn werk weer oppakken en maakte nieuwe vrienden. Vrienden waarbij ik me gek genoeg sneller dan normaal openstelde en die meer in mij leken te geloven dan ik in mijzelf deed. Ik ondernam concrete stappen om aan mijn toekomstplan te werken. In wat eerst een zwart gat leek, begon ik voorzichtig mogelijkheden te zien. Mijn passiviteit veranderde stukje bij beetje in beweging. Op dit moment ben ik net begonnen met groepstherapie. Doodeng en mijn vroegere ik zou het waarschijnlijk geen kans hebben gegeven maar ik ben er elke week weer aanwezig. En al heb ik nu nog een lange weg te gaan, mijn weg heeft gelukkig nog geen einde.