De humor en trots achter een ogenschijnlijke tegenstrijdigheid.
Door Jeff Keasberry
In een wereld waarin identiteit vaak komt met koppelteken en sterretjes, zijn wij met een gemixte achtergrond wel gewend om onszelf uit te leggen.
‘Ik ben half Nederlands, half Indonesisch’ zeg ik regelmatig hier in Amerika. Soms voeg ik toe: ‘Indo, om precies te zijn.’ Af en toe noemt iemand me een half-blood: halfbloed, iemand van gemengde afkomst. Dan glimlach ik en zeg ‘Eigenlijk… ben ik een full blooded Indo, een volbloed Indo.’
De term Full Blooded Indo is bedoeld als een heerlijke contradictie. Het neemt de oude term half-blood – ooit klinisch of zelfs neerbuigend gebruikt voor mensen met gemengde afkomst – en zet ’m volledig op z’n kop. In plaats van een label dat ons verdeelt in percentages of delen, brengt het alle aspecten van onze identiteit samen in één trotse, ondeugende uitspraak.
Het is een knipoog, een herovering, en een subtiele vorm van verzet. Niet half van iets, maar helemaal compleet
Indo zijn betekent niet dat je een half leven leidt. Wij zijn het resultaat van geschiedenissen: Nederlands, Indonesisch, koloniaal, naoorlogs en migratie, die zich niet netjes laten verdelen in breuken.
Wij zijn sambal én stamppot. We zijn krontjong en kleinkunst. Wij hebben verhalen verteld aan de rijsttafel, gelaagd met nuance, smaak en soms tegenstrijdigheden.
Indo zijn gaat niet alleen over genealogie, maar over identiteit. En identiteit draait niet om percentages. Het gaat om ergens bij horen. Cultuur. Herinnering. Verbinding.
Dus als ik zeg ‘Ik ben een Full Blooded Indo,’ bedoel ik eigenlijk:
Ik omarm beide kanten van mijn afkomst met trots.
Ik claim mijn cultuur in haar volledigheid, niet in delen.
En ja, ik heb er gevoel voor humor bij.
Indo – afkorting van Indo-Europeaan
Hoewel Indo vaak verwijst naar een Nederlands-Indonesische mix, is het niet ongewoon dat Indo’s namen dragen die ook Franse, Engelse of andere Europese wortels verraden. Die diversiteit is juist wat de Indo-identiteit zo rijk en fascinerend maakt. Humor als pantser van erfgoed
Indo’s staan bekend om veel dingen zoals gastvrijheid, veerkracht, kookkunst… en onze droge, vaak zelfrelativerende humor. Als we grapjes maken over Full Blooded zijn, beschermen we onszelf tegelijk tegen onwetendheid, wekt het nieuwsgierigheid op, of maken we simpelweg een punt zonder te preken.
Taal beïnvloedt hoe we worden gezien. De oude labels zoals half-bloed, kwart of Euraziër, wekten vaak de indruk dat er iets ontbrak of verwaterd was. Maar er ontbreekt niets, wij zijn geen breuken maar mozaïeken. Elk stukje van ons verhaal maakt deel uit van het geheel.
Dus ga je gang, noem jezelf een Full Blooded Indo. Omarm de ironie. Lach erom en draag het als een badge of honor, een teken van trots, dat zegt:
Ik weet precies wie ik ben. Ook al past dat niet netjes in een stamboom.
Wie is Jeff?
Jeff Keasberry is een Nederlands-Amerikaan met Indische roots. Hij schrijft kookboeken, maakt podcasts en zet zich in als vicevoorzitter van The Indo Project. Met veel liefde voor Indisch erfgoed en identiteit deelt hij verhalen over het leven als Indo in het buitenland. Hij wil de Indische cultuur levend houden en het gesprek op gang brengen.
Meer info: www.keasberry.com